Leervermogen (Thinking Style - Composite Score) en opleidingsniveau:
Dit geeft inzicht in de capaciteit voor leren, redeneren en probleemoplossen. De score voor leervermogen (de bovenste score) biedt een ook indicatie van het opleidings- of werk- en denkniveau:
- Een score van 1 tot 3 duidt meestal op een LBO-niveau.
- Een score van 3 tot 5 duidt meestal op een MBO-niveau.
- Een score van 6 of hoger suggereert een HBO-niveau; een score van 7 of hoger wijst op een academisch niveau.
Trends en verbanden in gedrag (Behavioral Traits):
Let op trends en samenhangende patronen in gedrag. Bijvoorbeeld, een hoge score op aanpassingsvermogen kan wijzen op een inschikkelijk karakter. Dit helpt bij het identificeren van gedragsstijlen die relevant zijn voor specifieke functievereisten.
Energieniveau (Pace):
Dit reflecteert de snelheid waarmee taken worden voltooid:
- Laag energieniveau (Steady Pace): Voorkeur voor een stabiel tempo, zorgvuldigheid en een routinegerichte benadering.
- Hoog energieniveau (Urgent Pace): Voorkeur voor een urgent tempo, multitasken en snelle actie wanneer projecten stagneren.
Functiemodel (Performance Model):
Bij gebruik van een functiemodel, controleer hoe de scores overeenkomen met de vereisten van de functie, inclusief interessegebieden (interests). Dit helpt bij het beoordelen van de geschiktheid van een kandidaat voor de specifieke rol.