Waar moet ik op letten als ik een PSA rapport lees?

Leervermogen en opleidingsniveau:
Dit geeft inzicht in de capaciteit voor leren, redeneren en probleemoplossen. De score voor leervermogen (de bovenste score) biedt een ook indicatie van het opleidings- of werk- en denkniveau:

  • Een score van 1 tot 3 duidt meestal op een LBO-niveau.
  • Een score van 3 tot 5 duidt meestal op een MBO-niveau.
  • Een score van 6 of hoger suggereert een HBO-niveau; een score van 7 of hoger wijst op een academisch niveau.

Trends en verbanden in gedrag:
Let op trends en samenhangende patronen in gedrag. Bijvoorbeeld, een hoge score op aanpassingsvermogen kan wijzen op een inschikkelijk karakter. Dit helpt bij het identificeren van gedragsstijlen die relevant zijn voor specifieke functievereisten.

Energieniveau:
Dit reflecteert de snelheid waarmee taken worden voltooid:

  • Laag energieniveau: Voorkeur voor een stabiel tempo, zorgvuldigheid en een routinegerichte benadering.
  • Hoog energieniveau: Voorkeur voor een urgent tempo, multitasken en snelle actie wanneer projecten stagneren.

Functiemodel:
Bij gebruik van een functiemodel, controleer hoe de scores overeenkomen met de vereisten van de functie, inclusief interessegebieden. Dit helpt bij het beoordelen van de geschiktheid van een kandidaat voor de specifieke rol.

Commerciële vaardigheden

De PSA toetst daarnaast zeven belangrijke commerciële gedragsfactoren. Zie daarvoor het andere item in deze FAQ.

Hoe worden commerciële vaardigheden gemeten?

Extra worden zeven belangrijke commerciële gedragsfactoren getoetst:

  1. Hoe goed benadert de persoon nieuwe klanten?
  2. Is de persoon vaardig in het sluiten van deals?
  3. Hoe staat de persoon tegenover telefonische verkoop?
  4. Is de persoon een zelfstarter?
  5. Werkt de persoon goed in een team?
  6. Hoe goed bouwt en onderhoudt de persoon relaties?
  7. Wat voor soort beloning heeft de persoon het liefst?
Welke soorten rapportages worden aangeboden bij PSA?

Bij PSA zijn de volgende rapportages beschikbaar:

  • PSA - Coachingsrapport
  • PSA - Interview richtlijnen - Waar de uitdagingen liggen
  • PSA - Interview richtlijnen - Complete persoon
  • PSA - Carrièreplanning rapport
  • PSA - Individueel rapport
  • PSA - Samenvatting van de match
  • PSA - Grafische samenvatting
  • PSA - Individuele grafische weergave
Voor welke toepassingen is PSA vooral geschikt?

De PSA is veelzijdig inzetbaar binnen HR, Coaching en organisatieontwikkeling. Het verschil met de PXT en PXT Select is dat er een duidelijkere verbinding wordt gemaakt met commerciële rollen en functies.

  • Persoonlijke Ontwikkeling: Identificeert groeipotentieel voor coaching.
  • Teamopbouw: Helpt bij het optimaliseren van teamdynamiek.
  • Leiderschapsontwikkeling: Beoordeelt en ontwikkelt leiderschapskwaliteiten.
  • Successieplanning: Identificeert talenten voor toekomstige leiderschapsrollen.
  • Performanceverbetering: Identificeert en adresseert verbeterpunten.
  • Werving en Selectie: Evalueert de geschiktheid van kandidaten voor specifieke functies.
  • Onboarding: Ondersteunt de integratie van nieuwe medewerkers.
Waar moet ik op letten als ik een PXT rapport lees?

Leervermogen en opleidingsniveau:
Dit geeft inzicht in de capaciteit voor leren, redeneren en probleemoplossen. De score voor leervermogen (de bovenste score) biedt een ook indicatie van het opleidings- of werk- en denkniveau:

  • Een score van 1 tot 3 duidt meestal op een LBO-niveau.
  • Een score van 3 tot 5 duidt meestal op een MBO-niveau.
  • Een score van 6 of hoger suggereert een HBO-niveau; een score van 7 of hoger wijst op een academisch niveau.

Trends en verbanden in gedrag:
Let op trends en samenhangende patronen in gedrag. Bijvoorbeeld, een hoge score op aanpassingsvermogen kan wijzen op een inschikkelijk karakter. Dit helpt bij het identificeren van gedragsstijlen die relevant zijn voor specifieke functievereisten.

Energieniveau:
Dit reflecteert de snelheid waarmee taken worden voltooid:

  • Laag energieniveau: Voorkeur voor een stabiel tempo, zorgvuldigheid en een routinegerichte benadering.
  • Hoog energieniveau: Voorkeur voor een urgent tempo, multitasken en snelle actie wanneer projecten stagneren.

Functiemodel:
Bij gebruik van een functiemodel, controleer hoe de scores overeenkomen met de vereisten van de functie, inclusief interessegebieden. Dit helpt bij het beoordelen van de geschiktheid van een kandidaat voor de specifieke rol.

Welke soorten rapportages worden aangeboden bij PXT?

Bij PXT zijn de volgende rapportages beschikbaar:

  • PXT - Interview richtlijnen - Waar de uitdagingen liggen
  • PXT - Interview richtlijnen - Complete persoon
  • PXT - Carrièreplanning rapport
  • PXT - Individueel rapport
  • PXT - Samenvatting van de match
  • PXT - Grafische samenvatting
  • PXT - Grafisch Individueel rapport
Voor welke toepassingen is PXT vooral geschikt?

De PXT is veelzijdig inzetbaar binnen HR, Coaching en organisatieontwikkeling:

  • Persoonlijke Ontwikkeling: Identificeert groeipotentieel voor coaching.
  • Teamopbouw: Helpt bij het optimaliseren van teamdynamiek.
  • Leiderschapsontwikkeling: Beoordeelt en ontwikkelt leiderschapskwaliteiten.
  • Successieplanning: Identificeert talenten voor toekomstige leiderschapsrollen.
  • Performanceverbetering: Identificeert en adresseert verbeterpunten.
  • Werving en Selectie: Evalueert de geschiktheid van kandidaten voor specifieke functies.
  • Onboarding: Ondersteunt de integratie van nieuwe medewerkers.
Wat is het verschil tussen PXT en PXT Select?

PXT Select vertoont veel overeenkomsten met het Profiel Onderzoek XT. Het voornaamste verschil tussen de twee ligt in de vormgeving; PXT Select heeft een moderner design en maakt gebruik van adaptieve toetsingstechnieken. Een ander belangrijk verschil is dat de PXT Select niet beschikbaar is in de Nederlandse taal.

Waar moet ik op letten als ik een PPI rapport lees?

Bij het lezen van een PPI (Profiles Performance Indicator) rapport, let op deze essentiële punten:

  1. Gedragskenmerken: Bekijk hoe deze zich uiten in werksituaties, inclusief stressreacties en communicatiestijl.
  2. Stressindicatoren: Identificeer gedragsveranderingen onder druk.
  3. Motivatie en Drijfveren: Begrijp wat de persoon motiveert, belangrijk voor rolkeuze.
  4. Energie en Tempo: Beoordeel of hun werkstijl past bij de functievereisten.
  5. Samenvatting en Aanbevelingen: Focus op management- en coachingaanbevelingen.
  6. Actiepunten: Let op ontwikkelingsaanbevelingen voor verbetering op de werkplek.
Wat is het verschil tussen PPI en Everything DiSC?

Hoewel beide tools gericht zijn op het verbeteren van de werkplekprestaties en interpersoonlijke relaties, benadert de PPI dit meer vanuit een gedragsreactie en stressmanagementperspectief, terwijl Everything DiSC zich richt op het verbeteren van communicatie en samenwerking door een beter begrip van gedragsstijlen.

Abonneer op